Statuten

 

d.d. 26 september 2019 OPRICHTING STICHTING 9034098/mbl

 

 

Op zesentwintig september tweeduizend negentien verscheen voor mij, mr. JOHANNES CORNELIS ANTONIUS SALMAN, notaris gevestigd te OBDAM, gemeente Koggenland: mevrouw Wendy Margaretha Maria van der Zee, wonende te Opmeer, welke verschenen persoon verklaarde bij deze akte een stichting op te richten, welke stichting bedoeld is als algemeen nut beogende instelling en zal worden geregeerd door de navolgende statuten:

 

Naam en Zetel

Artikel 1

  1. De stichting draagt de naam: Stichting Uit de klei.
  2. Zij heeft haar zetel in Hoogwoud.

 

Doel

Artikel 2

 

  1. De stichting heeft ten doel:
  2. het bevorderen en verspreiden van cultuureducatie en cultuurparticipatie in de regio

West-Friesland, in het bijzonder op het gebied van theater en gericht op het historisch streekeigene en de daarin optredende veranderingen;

  1. het ondersteunen en/of ontwikkelen van lokale dan wel regionale cultureel en

sociaal-maatschappelijke initiatieven;

  1. dienstverlening aan, het behartigen van de belangen van en bevorderen van de samenwerking tussen culturele organisaties, verenigingen en instellingen;
  2. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.

 

  1. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door
  2. het stimuleren en initiëren van culturele en sociaal-maatschappelijke activiteiten zowel

lokaal als regionaal;

  1. het ontwikkelen, produceren, organiseren en/of uitvoeren van creatieve

culturele presentaties, manifestaties en voorstellingen in de ruimste zin van het woord;

  1. het ontwikkelen, organiseren en (doen) uitvoeren van educatieve activiteiten welke

bijdragen tot de realisering van bovengenoemde doelen.

 

  1. De stichting heeft geen winstoogmerk.

 

Vermogen van de stichting

Artikel 3

Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:

  1. hetgeen de stichting bij wijze van subsidie, erfstelling, legaat of schenking of op enige

andere wijze verkrijgt;

  1. de inkomsten uit vermogen van de stichting. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

 

Bestuur: samenstelling en wijze van benoemen

Artikel 4

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van minimaal drie (3) bestuurders.
  2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo

spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.

  1. De secretaris voert, volgens de aanwijzingen van het bestuur, de correspondentie; hij houdt

notulen van de vergaderingen, welke met afschriften en uittreksels daarvan door de voorzitter en de secretaris worden getekend. Deze stukken gelden voor en tegenover derden als bewijs van de daarin vermelde besluiten van de betrokken vergaderingen.

  1. De penningmeester voert de financiële administratie en beheert de gelden van de stichting,

één en ander volgens de aanwijzing van het bestuur.

  1. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
  2. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.
  3. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.

Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

 

Bestuur: taak en bevoegdheden

Artikel 5

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot

verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.

  1. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de

stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen van alle in functie zijnde bestuurders.

 

Bestuur: vergaderingen

Artikel 6

  1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
  2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het

bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komen de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten. Daarnaast wordt elk half jaar een vergadering gehouden.

  1. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders daartoe de

oproeping doet.

  1. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de

oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een schriftelijke oproeping.

  1. De schriftelijke oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te

behandelen onderwerpen.

  1. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
  2. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
  3. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en

degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

 

Bestuur: besluitvorming

Artikel 7

  1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in

functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.

  1. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige

besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.

  1. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen mits alle

bestuurders in de gelegenheid zijn geweest schriftelijk hun mening weer te geven. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede- ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.

  1. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.

Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

  1. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders

vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt

bij ongetekende, gesloten briefjes. Stemmen die voorafgaand aan de vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan na de oproeping van de vergadering, worden gelijk gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.

  1. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  2. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.

 

 

Bestuur: einde lidmaatschap

Artikel 8

Het lidmaatschap van een bestuurder eindigt:

  1. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar ontbinding of

indien zij ophoudt te bestaan;

  1. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
  2. door zijn aftreden;
  3. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
  4. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

 

 

Vertegenwoordiging

Artikel 9

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende

bestuurders.

  1. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, en aan derden, om de

stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

 

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 10 1.

Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende

de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.

  1. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen.
  2. De stichting mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het

bereiken van haar doel. Indien een erflater of schenker heeft bepaald dat het vermogen in stand gehouden dient te worden, is dit toegestaan, zolang dit wettelijk is toegestaan voor algemeen nut beogende instellingen. De stichting dient haar vermogen te besteden overeenkomstig de doelstelling van de stichting.

  1. Jaarlijks, uiterlijk in de maand mei, maakt het bestuur een begroting op voor het komende

boekjaar en een beleidsplan voor activiteiten, fondswerving en beheer.

  1. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere

gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

  1. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave

der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

 

Reglement

Artikel 11

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden

geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.

  1. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  2. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen.
  3. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 12

lid 1 van toepassing.

 

Statutenwijziging

Artikel 12

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet

met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

  1. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere

bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.

  1. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde

statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Ontbinding en vereffening

Artikel 13

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
  2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 12 lid 1 van

overeenkomstige toepassing.

  1. Een batig liquidatiesaldo bij ontbinding zal worden besteed ten behoeve van een Algemeen

Nut Beogende Instelling zoals bedoeld in de van toepassing zijn de belastingwetten, met een soortgelijk doel als het doel van de stichting.

  1. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot

ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.

  1. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting

gedurende zeven jaar onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.

  1. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk

Wetboek van toepassing

 

Overige bepalingen

Artikel 14

  1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare (elektronische)

communicatiekanalen overgebracht bericht, welk bericht schriftelijk of elektronisch is vastgelegd.

Slotverklaring

Ten slotte verklaarde de verschenen persoon dat bij deze oprichting:

  1. het bestuur bestaat uit vijf (5)bestuurders;
  2. voor de eerste maal tot bestuurders worden benoemd, in de achter hun naam vermelde

functie:

  1. de heer Niels Nicolaas Vlaar, geboren te Opmeer, als voorzitter;
  2. mevrouw Wendy Margaretha Maria van der Zee, geboren te Opmeer, als secretaris;
  3. de heer Richard Johannes Maria Groot, geboren te Hoogwoud, als penningmeester;
  4. de heer Timotheus Martinus Maria de Haan, geboren te Hoogwoud,  als bestuurslid;
  5. de heer Tijmen Koelemeijer, geboren te Opmeer ,als bestuurslid;
  1. het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend twintig. Slot akte Waarvan akte, in minuut opgemaakt is verleden te Obdam op de datum in het hoofd van deze akte gemeld. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan hem opgegeven en toegelicht. De verschenen personen heeft verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en met de beperkte voorlezing van de akte in te stemmen. De identiteit van de bij deze akte betrokken verschenen persoon is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor gemelde en daartoe bestemde document vastgesteld. Vervolgens is deze akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris.